De hypotheekmarkt is 2021 het eerste kwartaal met 139.565 aanvragen gestart. Dit aantal komt overeen met hetzelfde kwartaal in 2020. Opvallend is de stijgende trend per maand. In januari werden er ruim 39.000 aanvragen gedaan, in februari 45.000 en in maart 55.000. HDN ziet een duidelijke verschuiving binnen de hypotheekmarkt: met 67.999 aanvragen is het aantal aanvragen voor over- of bijsluitingen inmiddels bijna even groot als het aantal aanvragen ten behoeve van de koop van een woning. Dit lag in 2020 op 61.957.
De kopersmarkt stond in het teken van forse stijgingen. Gemiddeld werd er € 334.523 hypotheek aangevraagd en was een woningwaarde gemiddeld € 422.198, respectievelijk 9,3% en 12,5% meer dan in het eerste kwartaal van 2020. Voor de aanschaf van een woning werd gemiddeld € 38.326 eigen geld ingebracht (+ 10,0%). Deze stijgingen en het beperkte woningaanbod hebben vermoedelijk tot gevolg dat de kopersmarkt het afgelopen kwartaal een daling in het aantal hypotheekaanvragen laat zien van 6,7% ten opzichte van vorig jaar.
Binnen dit kwartaaloverzicht wordt nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen de kopers- en niet-kopersmarkt. Door linksboven in het scherm een selectie te maken onder ‘Koper’ kies je de desbetreffende markt.
Met 139.565 aanvragen is het nog steeds druk op de hypotheekmarkt. Daarbij is er een steeds belangrijkere rol weggelegd voor over- en bijsluitingen (zoals tweede hypotheken) die inmiddels bijna de helft van alle hypotheekaanvragen omvatten. De kopersmarkt liet daarentegen een daling noteren van 6,7% ten opzichte van het jaar daarvoor. Gezien de gelijktijdig sterke prijsstijgingen wijst dit niet op een terugloop in vraag maar op minder aanbod dan in Q1 2020.
Kopersmarkt
▪ In het eerste kwartaal van 2021 werden 71.566 hypotheken aangevraagd voor de aanschaf van een woning, een daling van 6,7% ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020.
▪ Het gemiddelde hypotheekbedrag nam met ruim 9% toe van € 305.900 naar € 334.500 waar de gemiddelde woningwaarde harder steeg met 12,5% naar ruim € 422.000. Deze prijsstijgingen suggereren dat de woningmarkt nog steeds krap is.
▪ De trend dat kopers steeds meer lenen in verhouding tot het eigen inkomen zette ook in het eerste kwartaal van 2021 door. Gemiddeld werd 4,34 keer het eigen inkomen als hypotheek aangevraagd t.o.v. 4,19 in het jaar daarvoor. Afgezet tegen de waarde van de woning werd er juist weer fors minder geleend waardoor de loan-to-value (LTV) daalde naar 81%.
▪ Er werden minder hypotheken met NHG aangevraagd in vergelijking met 2020 Q1: 24.420 (-17,8%). De niet-NHG kopersmarkt is met 47.146 aanvragen (+ 0,3%) stabiel gebleven.
Om meer inzicht te krijgen in de hypotheekmarkt werkt HDN met 10 klantprofielen. In de kopersmarkt is duidelijk zichtbaar dat profielen met een voorkeur voor NHG het lastig hebben, iets wat onlosmakelijk verbonden is met de ernstige krapte op de markt, waardoor de prijzen van de woningen stijgen en de NHG-grens buiten zicht raakt. Verder valt op dat de groei van het aantal over- en bijsluitingen vrijwel volledig terug te leiden is naar de Verbouwer.
Kopersmarkt
▪ Slechts twee klantprofielen deden meer aanvragen voor de aanschaf van een woning in het eerste kwartaal van 2021 dan in dezelfde periode vorig jaar: de Opstromer nieuwbouw (+ 0,5%) en de Starter hoog segment (+ 14,5%).
▪ De Doorstromer NHG liet met 5.162 aanvragen met afstand de grootste daling noteren: - 35,8%. Dit lijkt alles te maken te hebben met de sterke prijsstijgingen waardoor dit profiel in toenemende mate een niche binnen de woningmarkt vervult.
▪ Ook de Starter stabiel daalde naar 11.551 aanvragen (- 14%). Daarnaast werd er meer dan € 4.000 extra eigen middelen ingebracht, namelijk € 29.400 t.o.v. € 25.000 in 2020 Q1.
▪ De gemiddelde woningwaarde bij hypotheekaanvragen van de Opstromer is met dubbele cijfers naar € 488.600 gestegen (+ 11,7%). Deze stijging was bovendien aanzienlijk groter dan de 6,3% toename van het gemiddelde hypotheekbedrag terwijl de ingebrachte eigen middelen zelfs iets daalde (- 0,8%). Dit profiel gebruikt de beschikbare overwaarde om de nieuwe woning te financieren.
De kopersmarkt heeft het met name zwaar te verduren in de noordelijke en oostelijke provincies, terwijl de niet-kopersmarkt het hier juist overwegend beter doet. Opmerkelijk is dat de kopersmarkt uitsluitend in Noord-Holland een kleine groei liet noteren ondanks dat dit tevens de duurste provincie is.
Kopersmarkt
▪ De top 3 binnen de kopersmarkt is ook in 2021 Q1 ongewijzigd gebleven. Zuid-Holland blijft de kar trekken met 12.515 aanvragen gevolgd door Noord-Holland (10.021 aanvragen) en Noord-Brabant (9.694 aanvragen).
▪ Alleen Noord-Holland wist het resultaat van vorig jaar te evenaren en noteerde een groei van 0,6%. Vooral in het noorden en oosten van het land kromp de kopersmarkt, waarbij de grootste dalingen zichtbaar zijn in Overijssel (- 15,8%), Gelderland (- 15,2%) en Drenthe (-14,5%).
▪ Waar een woning in Drenthe in 2020 gemiddeld nog circa € 288.100 was, was dit gedurende het eerste kwartaal van dit jaar € 336.500. Met een stijging van 16,8% zijn woningen hier verhoudingsgewijs het duurst geworden op de voet gevolgd door Groningen (+ 16,4%).
▪ Tegelijkertijd werd er in Drenthe en Groningen ook het meeste extra eigen geld ingelegd met respectievelijk 26,8% en 21% meer dan het jaar daarvoor. Kopers brachten in deze provincies gemiddeld € 34.500 en € 30.300 in bij de aanschaf van een woning.
▪ Absoluut gezien blijft een koopwoning het duurst in Noord-Holland waar de gemiddelde woningwaarde inmiddels de half miljoen heeft doorbroken: € 504.400, een stijging van 11,9%.
Bij 36,7% van de aanvragen in 2021 Q1 werd een energielabel opgegeven, een toename van 24,6% ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Ook werd er vaker gebruik gemaakt van de mogelijkheid om energiebesparende maatregelen mee te financieren: bij 8% van de aanvragen was dit het geval tegenover 7,3% in het eerste kwartaal van 2020.
Vanaf dit kwartaaloverzicht is naast de energiebesparende voorzieningen (EBV) ook het energiebesparend budget (EBB) opgenomen om een completer beeld van verduurzaming te geven. Hierdoor kunnen gerapporteerde percentages wel afwijken van eerdere edities van het kwartaaloverzicht.
Kopersmarkt
▪ Bij 50,9% van de hypotheekaanvragen voor de koop van een woning was een energielabel bekend. In het eerste kwartaal van 2020 lag dit percentage lager: 39,2%. Dat betekent dat het energielabel een steeds belangrijkere rol krijgt bij een hypotheekaanvraag.
▪ De financiering van energiebesparende maatregelen werd in 8,6% van de aanvragen meegenomen en is daarmee nagenoeg onveranderd ten opzichte van 2020 Q1.
▪ In het eerste kwartaal van 2021 werden 1.512 hypotheken aangevraagd voor de aanschaf van een energie neutrale of nul-op-de-meter woning, een daling van 18,6% ten opzichte van dezelfde periode het jaar daarvoor.
▪ De gemiddelde woningwaarde van niet-energiezuinige woningen (label B of lager) steeg met 14,7% aanzienlijk harder dan die van energiezuinige woningen (+ 8,9%).
Met de huidige krapte op de woningmarkt is er voor de aanschaf van een woning steeds meer eigen geld nodig. HDN ziet in het eerste kwartaal van 2021 echter duidelijke verschillen tussen de diverse klantprofielen die, ondanks de wijziging van de overdrachtsbelasting, doen vermoeden dat de kloof tussen starter en doorstromer alsmaar groter wordt. In de niet-kopersmarkt lijken de volledig aflossingsvrije hypotheken gestaag aan populariteit te winnen door de nog steeds zeer lage rentestanden.
Kopersmarkt
▪ Voor de aanschaf van een woning werd in 2021 Q1 gemiddeld € 38.300 aan eigen geld meegenomen. Dit komt neer op een toename van 10% ten opzichte van dezelfde periode het jaar daarvoor.
▪ De Starter jong (+ 18,6%), Starter stabiel (+ 17,2%) en Doorstomer NHG (+ 14,5%) zagen de benodigde eigen middelen het sterkst toenemen. Voor de Gepensioneerde (- 2,4%), Opstromer (-0,8%) en Opstromer nieuwbouw (- 0,8%) bleef de eigen inleg zo goed als gelijk.
▪ Gemiddeld bracht de Starter Jong € 29.400 aan eigen geld in, € 4.600 meer dan in het eerste kwartaal van 2020. Ter illustratie: de Opstromer nieuwbouw nam gemiddeld € 35.300 aan eigen geld mee voor een woning die gemiddeld 4 ton meer waard is.
▪ Kijkend naar de inbreng van eigen middelen, zien we de trend toenemen dat de starter steeds meer eigen geld moet meenemen waar de doorstromer gebruik kan maken van de gestegen overwaarde.
▪ Er werd minder vaak een aflossingsvrij leningdeel aangevraagd voor de aanschaf van een woning: 32.170 aanvragen (-7,5%). Hiervan waren 5.151 aanvragen volledig aflossingsvrij, wat wel een toename is van 10,1% ten opzichte van vorig jaar. Het gemiddelde aangevraagde aflossingsvrije bedrag steeg tevens met 11% naar € 148.400.