In het tweede kwartaal van 2021 zijn er 146.655 hypotheekaanvragen via het HDN platform verstuurd. Hiermee is het eerdere record van 145.940 aanvragen afkomstig uit het tweede kwartaal van 2020 verbroken. HDN signaleert dat de verschuiving naar meer over- en bijsluitingen (niet-kopersmarkt) verder doorzet. Het aantal aanvragen bedoeld voor de aanschaf van een woning daalde met 12,5% ten opzichte van 2020 Q2 naar 69.296. Het aantal aanvragen binnen de niet-kopersmarkt nam verder toe en kwam uit op 77.359 (+16%). Hiermee is de niet-kopersmarkt voor het eerst sinds HDN dit onderscheid maakt groter dan de kopersmarkt.
De oververhitte huizenmarkt leidde tot sterke stijgingen van het hypotheekbedrag en de woningwaarde binnen de kopersmarkt ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2020. Gemiddeld werd er € 347.532 hypotheek aangevraagd (+12,2%) en was een woning € 446.023 waard (+18%). Opvallend is dat het ingebrachte eigen geld relatief het sterkste steeg van € 34.796 in 2020 Q2 naar € 42.126 in het afgelopen kwartaal, een stijging van 21%.
Binnen dit kwartaaloverzicht wordt de vergelijking gemaakt tussen hetzelfde kwartaal vorig jaar (tenzij anders is vermeld) en is er onderscheid gemaakt tussen de kopers- en niet-kopersmarkt. Door linksboven in het scherm een selectie te maken onder ‘Koper’ kies je de desbetreffende markt.
Niet eerder werden er via het HDN platform in een kwartaal zoveel hypotheken aangevraagd als in het afgelopen kwartaal. Een belangrijk verschil met het kwartaal Q2 vorig jaar is dat er inmiddels meer over- en bijsluitingen werden aangevraagd dan hypotheken voor het kopen van een woning. Ondanks dat het totaal aantal aanvragen is gestegen laat de kopersmarkt een daling zien van 12,5%. Dat de concurrentie op de woningmarkt als gevolg van het beperkte woningaanbod groot is, wordt onderschreven door de cijfers van HDN. Een woning was in het tweede kwartaal van 2021 gemiddeld 18% meer waard dan in dezelfde periode in 2020. Er werd met ruim € 42.000 aanzienlijk meer eigen geld ingelegd voor de financiering (+21%).
Kopersmarkt
▪ De kopersmarkt laat net als in het eerste kwartaal van dit jaar een krimp zien. Met 69.296 aanvragen werd een daling genoteerd van 12,5%. Vergeleken met het voorgaande kwartaal (2021 Q1) werden er ruim 2.000 hypotheken minder aangevraagd, waarmee een neerwaartse trend lijkt te zijn ingezet.
▪ Het gemiddelde hypotheekbedrag is met 12% gestegen van € 309.648 naar € 347.532. Ook steeg de gemiddelde woningwaarde van circa € 378.000 naar € 446.000, een stijging van 18%.
▪ Er werd gemiddeld 4,4 keer het eigen inkomen geleend ter waarde van 80% van de waarde van de woning. In het tweede kwartaal van vorig jaar was dit nog respectievelijk 4,2 en 84%.
▪ Kopers maken steeds minder gebruik van de Nationale Hypotheek Garantie: het aantal aanvragen met NHG daalde van 30.950 naar 19.962 (-35,5%).
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Het aantal hypotheekaanvragen in de niet-kopersmarkt steeg met 16% van 66.711 naar 77.359. Hiermee is sinds HDN in 2017 dit onderscheid maakt de niet-kopersmarkt voor het eerst in aantallen groter dan de kopersmarkt.
▪ Gemiddeld werd € 184.429 hypotheek aangevraagd, een fractie minder dan vorig jaar toen dit gemiddeld circa € 187.950 was (-2%).
▪ Ook de niet-kopers maakten het afgelopen kwartaal in mindere mate gebruik van NHG. Met 60.823 aanvragen werd ruim 78% van de hypotheken zonder NHG aangevraagd.
Om meer inzicht te krijgen in de hypotheekmarkt werkt HDN met 10 klantprofielen. Net als in het eerste kwartaal van dit jaar is de daling van de kopersmarkt hoofdzakelijk toe te schrijven aan een afname van hypotheekaanvragers die op zoek zijn naar een woning onder de € 300.000 (Starter jong, Starter stabiel en Doorstromer NHG). In de niet-kopersmarkt is de groei, net als in het eerste kwartaal, voornamelijk toe te schrijven aan de Verbouwers en ditmaal ook de Gepensioneerden.
Kopersmarkt
▪ De Doorstromer NHG (-53,7%), Starter jong (-28,6%) en Starter stabiel (-28%) noteren de grootste afname van het aantal aanvragen. Deze drie profielen zijn tevens de enige die een gemiddelde woningwaarde onder de € 300.000 hebben. Dat de krapte hoofdzakelijk in de goedkopere segmenten van de woningmarkt speelt, blijkt ook uit de sterke terugval van het aantal aanvragen voor woningen met een marktwaarde tot 3 ton: van 32.600 in 2020 Q2 naar 19.300 in het afgelopen kwartaal.
▪ Ook de Ondernemer aankoop deed minder aanvragen dan vorig jaar: 6.800, een daling van bijna 6%. Dit is vermoedelijk de nasleep van de corona crisis en bijbehorende onzekerheid voor de ondernemers en de geldverstrekkers.
▪ Met respectievelijk 15.362 (+17,4%) en 8.129 (+13,8%) aanvragen waren de Starter hoog segment en Opstromer nieuwbouw, net als in 2021 Q1, de enige profielen die een groei lieten noteren.
▪ De gemiddelde woningwaarde van de Opstromer en Gepensioneerde koper steeg met bijna 13% terwijl gelijktijdig de ingebrachte eigen middelen nagenoeg gelijk bleven of zelfs afnamen. Deze profielen lijken daarmee meer dan anderen de overwaarde van de huidige woning in te zetten om de nieuwe woning te financieren.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Er werden ruim 22.000 hypotheken aangevraagd door de Verbouwer, 33,7% meer dan in het tweede kwartaal van 2020 en tevens 10% meer dan in het eerste kwartaal van 2021. Het gemiddelde hypotheekbedrag lag net boven de €51.000, 5,8% hoger dan hetzelfde kwartaal van 2020.
▪ Ook de Gepensioneerde was zeer actief het afgelopen kwartaal met 12.578 aanvragen (+27,5%). Gemiddeld werd er € 174.300 over- of bijgesloten.
▪ De Oversluiter bleef met 34.477 aanvragen het grootste profiel in de niet-kopersmarkt. Wel was hier de toename met 2,5% een stuk kleiner dan bij de andere profielen.
Hoewel in het gehele land minder hypotheken werden aangevraagd voor de aanschaf van een woning, was de daling net als in het eerste kwartaal van dit jaar het grootst in het noorden en oosten. Tegelijkertijd groeide de niet-kopersmarkt hier juist het sterkst, wat doet vermoeden dat men eerder kiest voor het verbeteren van de huidige woning dan de aanschaf van een nieuwe woning. De gemiddelde woningwaarde van een woning nam het meeste toe in Flevoland (+22%), maar daarvoor moest ook fors meer eigen geld worden ingelegd: € 38.600 tegenover € 26.800 een jaar geleden (+44%).
Kopersmarkt
▪ In het tweede kwartaal van 2021 was de kopersmarkt wederom het grootst in Zuid-Holland met 12.282 aanvragen (-12,1%), gevolgd door Noord-Holland met 10.164 aanvragen (-12,2%) en Noord-Brabant met 8.892 aanvragen (-18,7%).
▪ Opvallend is dat geen van de provincies het resultaat van vorig jaar wist te evenaren. In de provincies Overijssel (-23,5%), Gelderland (-21,3%) en Friesland (-20,2%) was de krimp van de kopersmarkt het grootst.
▪ Flevoland noteerde met 22,2% de grootste stijging van de gemiddelde woningwaarde: van €314.500 naar € 385.200. Tegelijkertijd nam ook het ingelegde eigen geld verhoudingsgewijs het meeste toe met 44,2%. Mogelijk dat hier sprake is van een waterbedeffect nu de regio Amsterdam voor steeds meer mensen te duur wordt.
▪ De gemiddelde woningwaarde was in Groningen met € 323.300 het laagst. Wel was dit bedrag met 21,4% de op één na grootste stijger ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
▪ Naast Noord-Holland (€ 541.700) bedraagt ook in Utrecht de gemiddelde woningwaarde inmiddels meer dan een half miljoen met € 518.200 (+17,3%).
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Ondanks dat de niet-kopersmarkt in iedere provincie groeide, valt op dat deze in het algemeen sterker lijkt te groeien in gebieden waar de kopersmarkt de grootste dalingen vertoont. Daarmee is er een duidelijk contrast tussen de Randstad en de noordelijke provincies.
▪ De niet-kopersmarkt groeide het sterkst in Drenthe (+30,7%). Deze provincie kende in 2021 Q1 ook al de sterkste groei. Ook in Friesland (+30,3%) en Groningen (+29%) was er sprake van een sterke toename.
▪ In Noord-Holland (+6,9%), Utrecht (+10,1%) en Zuid-Holland (+11,4%) was de groei het kleinst.
▪ Hoewel de Verbouwer in iedere provincie substantieel meer aanvragen deed, blijkt ook hier de groei in de noordelijke en oostelijke provincies het grootst. Daarmee lijkt het dat men buiten de Randstad meer geneigd is de huidige woning te verbeteren in plaats van te verhuizen.
Bij 35,6% van alle aanvragen in het tweede kwartaal van 2021 werd een energielabel opgegeven. Vooral bij hypotheken bedoeld voor het kopen van een woning lijkt het energielabel een steeds belangrijkere rol te spelen ondanks dat dit door de huidige marktomstandigheden nog geen effect lijkt te hebben op de prijs. Ook werd er meer gebruik gemaakt van de mogelijkheid energiebesparende maatregelen mee te financieren in vergelijking met het tweede kwartaal van 2020.
Vanaf dit jaar is naast de energiebesparende voorzieningen (EBV) ook het energiebesparend budget (EBB) opgenomen om een completer beeld van verduurzaming te geven. Hierdoor kunnen gerapporteerde percentages wel afwijken van eerdere edities van het kwartaaloverzicht.
Kopersmarkt
▪ Bij 51,7% van de hypotheekaanvragen voor de koop van een woning is een energielabel bekend, in 2020 Q2 was dit 36,8%.
▪ De financiering van energiebesparende maatregelen werd in 8,2% van de aanvragen meegenomen, een stijging van 13,4% ten opzichte van 2020 Q2.
▪ Voor de meest zuinige woningen (energieneutraal, nul-op-de-meter woning) werden er 1549 aanvragen ingediend, vrijwel gelijk aan vorig jaar (+1%). De woningwaarde van deze woningen steeg met 6,8% ten opzichte van 2020 Q2 aanzienlijk minder hard dan gemiddeld.
▪ In de minder energiezuinige woningen (label F en G) is er een toename van het aantal aanvragen (+9,8%). Gegeven de bovengemiddelde stijging van de woningwaarde (+19,4%) ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor, kan gesteld worden dat een lager energielabel geen prijs dempend effect heeft.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Bij over- en bijsluitingen wordt in 21,2% van de aanvragen een energielabel opgegeven, een toename van 26,4% ten opzichte van vorig jaar en ongeveer gelijk aan het eerste kwartaal van dit jaar.
▪ Hetzelfde geldt voor het meefinancieren van energiebesparende maatregelen. Hier werd in 7,4% van de gevallen gebruik van gemaakt, een stijging van 35% ten opzichte van 2020 Q2 maar nagenoeg gelijk aan 2021 Q1 (7,3%).
▪ Energielabel C wordt het meest opgegeven (30%), gevolgd door A (22%) en B (17%).
In de huidige krappe woningmarkt wordt steeds meer eigen geld ingebracht om de aanschaf van een woning te financieren. Gemiddeld genomen was er sprake van een stijging van 21%, waar de sterkste stijging zichtbaar was bij de Starter jong die met € 33.500 bijna 32% meer eigen geld inbracht dan een jaar eerder. Binnen de niet-kopersmarkt is juist een afname van het eigen geld zichtbaar (-15,2%) en wint de volledig aflossingsvrije hypotheek aan populariteit (+24,6%). Dit kan komen door een toename aan tweede hypotheken en relatief gezien minder oversluitingen waarbij tussentijds wordt afgelost.
Kopersmarkt
▪ Er wordt gemiddeld € 42.126 aan eigen middelen ingelegd voor de aanschaf van een woning, een stijging van 21,1%.
▪ De Starter jong moest gemiddeld ruim € 8.000 meer inleggen dan dezelfde periode vorig jaar: € 33.500 tegenover € 25.450. Wat echter opvalt is dat verhoudingsgewijs alleen het aantal aanvragen waar tussen de € 10.000 en € 20.000 wordt ingelegd zeer sterk is afgenomen. Dit doet vermoeden dat een klein deel van de starters daadwerkelijk profiteert van de afschaffing van de overdrachtsbelasting. De meeste starters lijken de middelen in te zetten om over te bieden.
▪ Er wordt vaker meer dan € 50.000 eigen geld ingelegd voor de aanschaf van een woning. Waar dit in 2020 Q2 bij 23% van de aanvragen gebeurde, was dit in het afgelopen kwartaal bij 29%.
▪ Kijkend naar de inbreng van eigen middelen, zien we de trend toenemen dat de starter steeds meer eigen geld moet meenemen waar de doorstromer gebruik kan maken van de gestegen overwaarde.
▪ Kopers met meer dan € 50.000 eigen inleg waren veelal een Starter hoog segment: 30% tegenover 22% een jaar eerder. Voorheen waren de Opstromers het grootste profiel in deze groep, echter daalde hun aandeel van 27% naar 21%.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Binnen de niet-kopersmarkt werd minder eigen geld ingebracht: € 7.799 (-15,2% t.o.v. 2020 Q2).
▪ Bij 52% van de aanvragen was het grootste gedeelte van de hypotheek aflossingsvrij, een stijging van 6,8% in vergelijking met vorig jaar.
▪ In 22,4% van de aanvragen betrof het zelfs een volledige aflossingsvrije hypotheek. Dit is een toename van bijna 25% in vergelijking met 2020 Q2 toen het nog om 18% van de aanvragen ging.