Het eerste kwartaal van 2024 registreerde HDN 115.108 hypotheekaanvragen. Dat is een stijging van 26,4% ten opzichte van dezelfde periode in 2023 toen er 91.050 aanvragen over het HDN Platform werden gestuurd. Van de 115.108 aanvragen waren 69.634 bedoeld voor de aanschaf van een woning (+26%) en 45.474 aanvragen (+27%) voor een over- of bijsluiting. Daarmee is de stijgende lijn die eind 2023 werd ingezet duidelijk doorgezet.
In het eerste kwartaal van 2024 was het gemiddelde hypotheekbedrag op de kopersmarkt 7% hoger, namelijk €346.640, vergeleken met €323.900 in hetzelfde kwartaal van 2023. De gemiddelde woningwaarde steeg eveneens met 7%, van €433.550 naar €464.600. Daarnaast gingen kopers meer lenen in verhouding tot hun inkomen: het geleende bedrag steeg van gemiddeld 3,93 keer het bruto jaarinkomen in het eerste kwartaal van 2023 naar 4,02 keer in 2024. Op de niet-kopersmarkt nam het gemiddelde hypotheekbedrag ook toe, met 5,7% naar €109.990,-.
Binnen dit kwartaaloverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen de kopers- en niet-kopersmarkt. Door boven in het scherm een selectie te maken onder ‘Koper’ kies je de desbetreffende markt.
In het jaaroverzicht van 2023 werd al gesproken over het zichtbaar worden van een herstel van de hypotheekmarkt richting het einde van het jaar. Nu het eerste kwartaal van 2024 is afgerond, is duidelijk dat er niet alleen sprake is van herstel, maar dat de markt fors is gegroeid.
Kopersmarkt
▪ HDN registreerde in het eerste kwartaal van dit jaar 69.634 hypotheekaanvragen bedoeld voor de aanschaf van een woning, 26% meer dan de 55.230 aanvragen in 2023 Q1. Het gemiddelde hypotheekbedrag steeg met circa €22.700,- van € 323.900,- naar € 346.600,- het afgelopen kwartaal (+7%).
▪ Er werden 33.842 aanvragen ingediend met NHG, een stijging van 25,9% ten opzichte van 2023 Q1. Kopers die kozen voor NHG vroegen gemiddeld € 284.700,- (+7,2%) aan hypotheek aan voor de aanschaf van een woning met een gemiddelde waarde van € 328.400,- (+6,6%).
▪ Meeneemregeling onverminderd populair met 19.168 aanvragen, een stijging van 45% ten opzichte van de 13.200 in 2023 Q1. De gemiddelde woningwaarde van de aan te schaffen woning van kopers die hun hypotheek konden meenemen lag met € 562.700,- (+9,3%) bijna een ton boven het marktgemiddelde.
▪ Kopers zijn in verhouding tot het inkomen iets meer gaan lenen. In 2024 Q1 was de gemiddelde loan-to-income 4,02 waar dit in het eerste kwartaal van 2023 nog 3,93 was.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ De niet-kopersmarkt sloot het eerste kwartaal van 2024 af met 45.474 aanvragen, een stijging van 27,1% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar toen 35.770 aanvragen werden verstuurd. Hiervan betrof het bij 35.000 aanvragen een onderhandse verhoging dan wel een tweede hypotheek.
▪ Het gemiddeld hypotheekbedrag voor niet- kopers is tevens gestegen en kwam uit op € 109.990,- (+5,7%). Wordt er puur gekeken naar de verhogingen dan ligt het hypotheekbedrag met gemiddeld € 75.300,- iets lager al is daar de toename met 10% wel groter.
▪ Bij 31,3% van de aanvragen (14.200) was er een aflossingsvrij deel aanwezig. Daarmee is het aandeel iets gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 toen dit nog bij 33,2% van de aanvragen het geval was.
Vorig jaar lag de focus vooral op de toename van kopers in het betaalbare segment, maar in het eerste kwartaal van 2024 veranderde dit. Ondanks dat de Starter Stabiel met 13.870 aanvragen het meest voorkomende profiel blijft, zagen de Opstromer Nieuwbouw en Starter Hoog Segment de grootste groei met respectievelijk 79% en 40%. Bij de niet-kopers steeg het aantal aanvragen van gepensioneerden significant, van 4.470 naar 6.220, een stijging van bijna 40%.
Kopersmarkt
▪ In het eerste kwartaal van 2024 zag de Opstromer Nieuwbouw de sterkste stijging met bijna 79%, van 3.280 naar 5.860 aanvragen. Ondanks deze toename, daalde het gemiddelde aangevraagde hypotheekbedrag met 2% naar €510.450.
▪ Met 13.870 aanvragen handhaafde de Starter Stabiel de koppositie binnen de kopersmarkt. Opvallend is daarbij wel dat er fors meer eigen middelen werden ingelegd met gemiddeld € 42.000,-, een stijging van 10% in vergelijking met het eerste kwartaal vorig jaar.
▪ De kleinste toename werd genoteerd door de reguliere Opstromer met een groei van circa 12% van 10.620 aanvragen in 2023 Q1 naar 11.910 in 2024 Q1. De gemiddelde woningwaarde van dit profiel steeg daarentegen met 9,7% wel het hardst van alle profielen en kwam uit op € 593.500,-.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Binnen de niet-kopersmarkt bleef de Verbouwer het grootste profiel met 23.930 aanvragen. Ook nam het gemiddelde hypotheekbedrag aangevraagd voor verbouwingen fors toe van € 49.350,- vorig jaar naar € 54.050,- in het afgelopen kwartaal.
▪ Met name de Gepensioneerde werd weer actiever binnen de niet-kopersmarkt. Met 6.220 aanvragen, tegenover 4.470 in 2023 Q1, werd er een toename geregistreerd van bijna 40%. Daarbij bleef het gemiddelde hypotheekbedrag met € 98.200,- vrijwel gelijk aan het jaar daarvoor.
Hoewel de hypotheekmarkt op hoofdlijnen homogeen lijkt te zijn gegroeid, zorgt het aantrekken van de markt met name binnen de kopersmarkt voor interessante regionale verschillen. Zo is de sterkste groei zichtbaar in Zeeland (+35%) en Overijssel (+30%) en doen ook de noordelijke provincies het bovengemiddeld goed. Flevoland (+4%) maar ook Utrecht (+10%) blijven wat achter ten opzichte van het gemiddelde. Dit zijn tevens de provincies waar de ‘traditionele’ startersprofielen (Starter Jong & Starter Stabiel) aandeel hebben moeten inleveren.
Kopersmarkt
▪ De top 3 grootste kopersmarkten zijn van oudsher Zuid-Holland (12.420 aanvragen), Noord-Holland (9.610 aanvragen) en Noord-Brabant (9.000 aanvragen). Dat is gemiddeld een groei van 16% in deze provincies ten opzichte van het eerste kwartaal in 2023.
▪ Het aantal aanvragen afkomstig van de Starter Stabiel daalde in Flevoland van circa 400 in 2023 Q1 naar 320 in het afgelopen kwartaal, een daling van zo’n 20%. Ook in Utrecht liep het aantal terug van 610 naar 540, een afname van 12%.
▪ Hoewel de kopersmarkt in Zeeland met een toename van 35% het sterkst groeide, blijft de ontwikkeling van de gemiddelde woningwaarde wat achter op het landelijk gemiddelde. Met gemiddeld € 363.350,- in het afgelopen kwartaal tegenover € 343.600,- vorig jaar was er sprake van een stijging van 5,7%. Alleen Zuid-Holland lag met een toename van 5,4% nog iets lager.
▪ Flevoland is de enige provincie waar het aantal aanvragen met NHG binnen de kopersmarkt is afgenomen van 880 in 2023 Q1 naar 790 in 2024 Q1, een daling van 10%.
▪ In Noord-Holland en Flevoland wordt in verhouding tot het inkomen het meeste geleend. In het eerste kwartaal van dit jaar kwam de gemiddelde loan-to-income in deze provincies uit op 4,1. In Zeeland lag dit het laagst met 3,75 gevolgd door Groningen en Limburg met 3,8.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Na een relatief slecht 2023 kende ook de niet-kopersmarkt een forse groei. In alle provincies werd een groei gerealiseerd variërend van +20% (Zeeland) tot +38% (Friesland).
▪ In Noord-Holland en Utrecht wordt met gemiddeld € 61.350,- en € 61.000,- met afstand het meest geleend door de Verbouwer.
In het eerste kwartaal van 2024 werd van alle hypotheekaanvragen bij 87,6% een energielabel opgegeven. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een wijziging in de leennormen; bij de aanschaf van een woning is het namelijk vanaf 2024 verplicht voor de adviseur een label op te geven bij de hypotheekaanvraag. Ook binnen de niet-kopersmarkt werden energielabels vaker opgegeven.
Kopersmarkt
▪ Met het verplicht stellen van het opgeven van een energielabel bij hypotheekaanvragen bedoeld voor de aanschaf van een woning, is 2024 Q1 het eerste kwartaal waar van alle aanvragen in de kopersmarkt een label bekend is. In 2023 Q1 was dit nog bij 66,8% van de aanvragen het geval. Wel werd in 3% van de gevallen de optie ‘Geen energielabel beschikbaar’ gekozen.
▪ Label C bleef ook in het afgelopen kwartaal het vaakst opgegeven label (22%), wederom gevolgd door A (18%) en B (13%).
▪ In het afgelopen kwartaal kozen kopers vaker voor het meefinancieren van energiebesparende maatregelen. In 17,2% van de aanvragen werd hiervan gebruikgemaakt tegenover 14,9% in 2023 Q1.
▪ Er werden 16.149 aanvragen ingediend voor de aanschaf van een woning met een label D of lager met een gemiddelde woningwaarde van € 409.450,-. Bijna 1 op de 3 kopers van deze woningen (31,4%) koos voor het meefinancieren van energiebesparende maatregelen.
▪ De gemiddelde woningwaarde van energiezuinige woningen (label A of hoger) lag in 2024 Q1 op € 526.480,- tegenover € 511.780,- in dezelfde periode het jaar ervoor. De stijging lag met 2,9% wel aanzienlijk onder de gemiddelde waardestijging van koopwoningen (+7,2%).
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Ook in de niet-kopersmarkt werd in het eerste kwartaal van 2024 veel vaker een energielabel opgegeven. Bij 68,6% van de aanvragen was een label bekend ten opzichte van 34,4% in 2023 Q1, bijna een verdubbeling. Belangrijke kanttekening is daarbij wel dat in 22% van de gevallen waar een label wordt ingevuld nog wordt gekozen voor de optie ‘Geen energielabel beschikbaar’.
▪ Bij 16,2% van de aanvragen werd gebruik gemaakt van de optie energiebesparende maatregelen mee te financieren tegenover 14,8% in dezelfde periode een jaar eerder.
Algemeen gezien brachten kopers iets minder eigen geld in bij de koop van een woning, met een daling van iets meer dan 2% naar €40.070. Door de stijgende prijzen moeten vooral starters in betaalbare segmenten meer geld inleggen, terwijl doorstromers profiteren van hun woning die meer waard is geworden. Starters moesten bijna 10% meer inleggen, tot €42.000, terwijl Opstromers in nieuwbouw met €34.350 genoeg hadden, een daling van meer dan 16% vergeleken met het jaar ervoor.
Kopersmarkt
▪ Een koper legde gemiddeld € 40.070,- aan eigen middelen in bij de aanschaf van een eigen woning, 2,3% minder dan in 2023 Q1 toen dit € 41.000,- was.
▪ De Starter Hoog Segment legt van oudsher het meeste eigen geld in bij het kopen van een woning. Het afgelopen kwartaal ging het om gemiddeld € 48.000,-. Wel is dit circa 9% minder dan een jaar geleden toen er nog gemiddeld € 52.725,- nodig was.
▪ Ook de Gepensioneerde die een nieuwe woning koopt had aanzienlijk minder eigen geld nodig. Gemiddeld werd € 25.350,- ingelegd (-11,9%) en € 157.490,- geleend (+8,1%) voor het kopen van een woning ter waarde van € 453.170,- (+6,2%). Dit profiel leunt daarmee duidelijk sterk op de overwaarde van de huidige woning om de financiering rond te krijgen.
▪ De groep kopers die aangeeft € 5.000,- of minder aan eigen middelen nodig te hebben is iets gegroeid ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. Kijken we specifiek naar de Starter Jong en Starter Stabiel zien we echter het tegenovergestelde en zien we juist de groep die € 20.000,- of meer nodig heeft sterk groeien van circa 42% in 2023 Q1 naar 47% in het afgelopen kwartaal. Daarmee lijkt de tweedeling tussen starters en doorstromers weer wat toe te nemen.
Niet-kopersmarkt (o.a. oversluitingen & tweede hypotheken)
▪ Gemiddeld werd zo’n € 13.920 aan eigen middelen ingelegd door de Oversluiter, een lichte daling van zo’n 2% ten opzichte van een jaar eerder (€ 14.250,-).
▪ Het meeste eigen geld wordt ingelegd bij interne oversluitingen met gemiddeld € 22.140,-, nagenoeg gelijk aan het eerste kwartaal van 2023 (€ 22.270,-).
N.B. vanwege een correctie die begin 2024 is uitgevoerd zijn de aantallen over 2023 iets hoger dan in eerdere jaar- en kwartaaloverzichten is vermeld.