Het eerste kwartaal van 2025 wordt gekenmerkt door een omslag in de renteontwikkeling waarmee een eind is gekomen aan de periode van rentedalingen die halverwege 2024 inzette. Desondanks bleef het erg druk op de hypotheekmarkt en zag HDN het aantal verzonden aanvragen over het HDN Platform voor zowel de aanschaf van woningen als oversluitingen en verhogingen opnieuw fors stijgen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het is wel belangrijk om op te merken dat de stijging grotendeels het gevolg is van de renteverhogingen. Veel aanvragen zijn daardoor naar voren gehaald, resulterend in duidelijke pieken in week 3 en week 10. Of de drukte ook in het tweede kwartaal aanhoudt, is daarmee onzeker.

Kopersmarkt
▪ HDN registreerde in het eerste kwartaal 82.245 hypotheekaanvragen bedoeld voor de aanschaf van een woning, 18,1% meer dan in Q1 2024 toen er 69.635 aanvragen werden verzonden. Van deze aanvragen waren er 37.615 met NHG (+11%) en 44.630 zonder NHG (+25%).
▪ Het gemiddelde hypotheekbedrag is met bijna 7% gestegen van € 346.600,- in Q1 2024 naar € 370.700,- in het afgelopen kwartaal. De waarde van koopwoningen steeg met 9,4% harder en komt daarmee op het hoogste niveau ooit uit: € 508.100,-.
▪ Bij 21.732 aanvragen werd gebruikgemaakt van een verhuisregeling (+13%). Kopers die hun bestaande hypotheek meenemen naar de nieuwe woning hebben gemiddeld een hypotheek van € 411.000,- voor het financieren van een woning ter waarde van € 633.100,-.
▪ Er wordt minder gebruik gemaakt van aflossingsvrij bij het kopen van een woning. In het afgelopen kwartaal was bij 25,6% van de aanvragen een aflossingsvrij leningdeel aanwezig tegenover 27,5% een jaar eerder. Gemiddeld werd € 106.600,- aflossingsvrij geleend.

Het eerste kwartaal van 2025 toont een verrassende ontwikkeling die lijnrecht tegenover de berichtgeving van het afgelopen jaar lijkt te staan. Te midden van een woningnood, prijzen die hoger liggen dan ooit en de daaruit voortvloeiende verwachte verminderde toegankelijkheid van de woningmarkt, ziet HDN namelijk juist in de drie duurste provincies de kopersmarkt het hardst groeien: Utrecht (+24,3%), Noord-Holland (+26,6%) en Noord-Brabant (+21,5%). Dit lijkt verband te houden met het effect van het uitponden van huurwoningen. Zo groeide de kopersmarkt in de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) met ruim 35% aanzienlijk harder dan het landelijk gemiddelde van 18,1%. De minste groei werd behaald in Overijssel waar het aantal hypotheekaanvragen voor het kopen van een woning ‘slechts’ met 6% steeg. De niet-kopersmarkt deed het opnieuw door het hele land goed met de grootste stijging in Utrecht (+45%) en kleinste in Friesland (+22%).

Kopersmarkt
▪ Ook dit kwartaal was Zuid-Holland de grootste kopersmarkt. Er werden 20% meer aanvragen ingediend dan vorig jaar waarmee het totaal uitkwam op 14.930. Noord-Holland volgt op plek twee met 12.170 aanvragen (+26,6%) en Noord-Brabant op plek drie met 10.930 aanvragen (+21,5%).
▪ Utrecht blijft de duurste provincie om een woning te kopen. De gemiddelde woningwaarde steeg met 9,9% van € 538.400,- in Q1 2024 naar € 591.660,- in het afgelopen kwartaal. Gekeken naar de gemeenten Amsterdam en Utrecht, beide verantwoordelijk voor circa 30% van de aanvragen binnen de provincies, is Amsterdam aanzienlijk duurder met € 651.900,- tegenover € 592.100,- in Utrecht.
▪ De Starter Jong en Starter Stabiel deden gezamenlijk met respectievelijk 3.000 en 1.130 aanvragen vooral in Noord-Holland (+19,9%) en Utrecht (+15,4%) meer aanvragen. Daarbij gaat het om woningen rond de € 350.000,- wat vermoedelijk voor een aanzienlijk deel ook voormalige (uitgeponde) huurwoningen betreft.
▪ In Drenthe steeg de woningwaarde het hardst van € 386.100,- in Q1 2024 naar €435.400 in het afgelopen kwartaal (+12,8%). Zeeland was niet alleen de goedkoopste provincie met een gemiddelde woningwaarde van € 385.500,-, maar kende tegelijkertijd ook de kleinste toename met circa 6% ten opzichte van een jaar eerder.

Op de kopersmarkt is er gemiddeld evenveel eigen geld ingebracht voor de aankoop van een woning als in het eerste kwartaal van 2024, namelijk € 39.900,-. Dit bedrag is al langere tijd stabiel, echter zijn er op klantprofiel niveau grote verschillen.

Kopersmarkt
▪ Een koper had gemiddeld € 39.900,- nodig voor de aankoop van een woning, dat is nagenoeg gelijk aan het benodigde bedrag in het eerste kwartaal van 2024.
▪ De Opstromer Nieuwbouw hoefde in het afgelopen kwartaal 11,9% minder eigen geld in te brengen vergeleken met Q1 2024, wat neerkomt op een bedrag van € 30.532,-.
▪ Met een stijging van 10,2% zag de Starter Stabiel het bedrag aan eigen geld het hardst stijgen afgelopen kwartaal, naar € 45.368,-. Dit bedrag is bijna even hoog als wat een Starter Hoog Segment in Q1 2025 heeft ingelegd, namelijk € 46.961,-.
▪ De Starter Jong volgt met een stijging van 6,9% en een bedrag aan eigen middelen van € 39.561,-.
▪ De profielen Starter Hoog Segment (-4,4%), de Ondernemer Aankoop (-5,7%), de Opstromer (-8,2%), de Opstromer Nieuwbouw (-11,9%) zagen allemaal het benodigde eigen geld dalen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2024. Op de Starter Hoog Segment na, kan dit verklaard worden doordat het doorstromers zijn die hun overwaarde konden gebruiken bij het financieren van hun nieuwe woning.
▪ Het gemiddelde eigen inleg van Doorstromers daalde met bijna 7% naar € 31.908,-, terwijl gelijktijdig ook de loan-to-value daalde van 64,6% naar 62,2%. Deze daling in inleg aan eigen middelen voor de Doorstromers en tegelijkertijd de stijging die de Starter Jong en Starter Stabiel ondervonden, vergroten de woonkloof op de woningmarkt.

Overig
▪ De Gepensioneerde legde in het eerste kwartaal van 2025 € 8,491,- in, dat is 26,2% minder eigen geld vergeleken met Q1 2024.